Standplaats: moestuin
Teeltperiode: september-november
Bladkleur: groen
Planthoogte: ongeveer 30 cm
Zaaien: buiten half april- mei
Plantafstand 25 x 20
Toepassing: de witte penwortel kan worden verwerkt in verschillende gerechten.

Rietgras (Phalaris arundinacea) is een vaste plant, die in vegetatieve toestand op riet (Phragmites australis) lijkt, maar het tongetje verschilt duidelijk tussen de soorten. Riet heeft alleen haartjes op de plaats van het tongetje. Rietgras behoort tot de grassenfamilie (Poaceae). De soort komt voor in Europa, Azi, Afrika en Noord-Amerika.

De plant wordt 0,5-2 m lang met rechtopstaande stengels en dikke kruipende wortelstokken. De aan de randen ruwe bladeren zijn breed en rietachtig. De bovenste bladschede is niet opgeblazen. Het iets ingesneden tongetje (ligula) is lang en min of meer stomp.
Rietgras bloeit in juni en juli met een grote, 5-25 cm lange, pluimvormige, vertakte bloeiwijze, die vaak roze tot paarsbruin is aangelopen. De pluimtakken zijn voor en na de bloei ingetrokken. De kortgesteelde aartjes zijn nbloemig. De onderste kelkkafjes zijn drienervig, 5-6,5 mm lang met ongevleugelde kiel en langer dan de kroonkafjes. De tweede paar kelkkafjes zijn lang behaard en ongeveer 1 mm lang. De kroonkafjes zijn aan het bovenste gedeelte van de randen behaard.

De vrucht is een graanvrucht.

Rietgras (Phalaris arundinacea) is een vaste plant, die in vegetatieve toestand op riet (Phragmites australis) lijkt, maar het tongetje verschilt duidelijk tussen de soorten. Riet heeft alleen haartjes op de plaats van het tongetje. Rietgras behoort tot de grassenfamilie (Poaceae). De soort komt voor in Europa, Azi, Afrika en Noord-Amerika.

De plant wordt 0,5-2 m lang met rechtopstaande stengels en dikke kruipende wortelstokken. De aan de randen ruwe bladeren zijn breed en rietachtig. De bovenste bladschede is niet opgeblazen. Het iets ingesneden tongetje (ligula) is lang en min of meer stomp.
Rietgras bloeit in juni en juli met een grote, 5-25 cm lange, pluimvormige, vertakte bloeiwijze, die vaak roze tot paarsbruin is aangelopen. De pluimtakken zijn voor en na de bloei ingetrokken. De kortgesteelde aartjes zijn nbloemig. De onderste kelkkafjes zijn drienervig, 5-6,5 mm lang met ongevleugelde kiel en langer dan de kroonkafjes. De tweede paar kelkkafjes zijn lang behaard en ongeveer 1 mm lang. De kroonkafjes zijn aan het bovenste gedeelte van de randen behaard.

De vrucht is een graanvrucht.

Standplaats: extra warmte nodig bij ontkieming.
Grondsoort: humusrijk en licht vochtig, geen verse mest.
Zaaien: binnen: april-juli. buiten: mei - juli
Plukperiode: juli-september
Planthoogte: ongeveer 200 cm
Plantafstand: 70 x 50
Vruchten: groene bonen van 18 cm. Geschikt voor diepvries

Standplaats: extra warmte nodig bij ontkieming
Grondsoort: humusrijk en licht vochtig. Geen verse mest
Vruchtkleur: paars en wordt donkergroen tijdens het koken
Zaaien: binnen: maart-mei. buiten: mei-juli
Plukperiode: juli-september
Planthoogte: ongeveer 40 cm
Plantafstand: 40 cm

Bijzonderheden: jongen bonen plukken voor beste smaak.

Standplaats: -Zonnig/Halfschaduw
Grondsoort: Humusrijk en vochtig
Bloemkleur: wit
Hoogte: 40cm
Plantafstand: 40x10 cm
Zaaien kas: vanaf eind maart
Zaaien volle grond: mei tot half juli
Oogsten: juli-september
Toepassing: Moestuin

Bijzonderheden: de bonen jong plukken voor de beste smaak

Standplaats: extra warmte nodig bij ontkieming.
Grondsoort: humusrijk en licht vochtig, geen verse mest.
Klimmend: ja
Zaaien: binnen: april-juli. buiten: mei - juli
Plukperiode: juli-september
Planthoogte: ongeveer 200 cm
Plantafstand: 70 x 50

Vruchten: de paars-rode bonen worden groen tijdens het koken. het zijn lange, stevige bonen die goede smaken. Geschikt voor diepvries.