vorm: boom, afstaande takken, transparante kroon, 10-15m
blad: geveerd, groen, oranjegele herfstkleur, bladverliezend
bloei: witte tuilen tot 14cm breed, mei
vrucht: oranjerode bessen
standplaats: zon tot schaduw (in jeugd veel schaduw verdragend, groeit naar licht). Alle bodems, behalve zware klei en natte bodems.

herkomst soort: europa, inheems
Opm: korte levensduur (ca 30-50 jaar) Verdraagt slecht asfalt. De vruchten bevatten veel vitamine C, maar ook giftige parasorbinezuren, die pas na langdurig koken vernietigd worden.

Bloei: Mei / Juni, wit in pluimen, rijke bloei
Volwassen hoogte: 15 meter
Grondsoort: voedzaam, humusrijk, goed gedraineerd
Standplaats: zon, halfschaduw, schaduw
Bladvorm: samengestelde bladeren
Winterhardheid: zeer goed
Snoei: Vormsnoei toepassen in de wintermaanden, na snoei zal de bloei een seizoen overslaan.
Opmerkingen: Sterke boom, regelmatiger dan de soort

Bloei: Mei / Juni, wit
Volwassen hoogte: 6 meter
Grondsoort: voedzaam, humusrijk, goed gedraineerd
Standplaats: zon, halfschaduw
Bladvorm: geveerde bladeren
Winterhardheid: zeer goed
Snoei: Vormsnoei toepassen in de wintermaanden
Opmerkingen: losse kroon, groeit meestal als struikvorm.

Bloemkleur: paars-bruin
Bloeitijd : juli- oktober
Bladkleur: groen-grijs
Hoogte :70 cm tot 90 cm
Standplaats: zon
Grond: kalkrijk
Aanplant: 5 tot 7 per m2

De plant wordt 20-60 cm hoog. De glanzend lichtgroene, 3-12 mm brede, drijvende of rechtopstaande bladeren zijn driehoekig, van boven vlak met een duidelijke middennerf en van onderen min of meer gekield. De bladnerven zijn donker gekleurd.

De kleine egelskop bloeit van juni tot september met witgele bloemen, die in 6 tot 16 hoofdjes staan gerangschikt. Er zijn drie tot zes hoofdjes met vrouwelijke en drie tot tien hoofdjes met mannelijke bloemen. De mannelijke bloemhoofdjes zitten boven de vrouwelijke. De helmknoppen zijn 1-1,5 mm lang en de stempels zijn 1,5-2,5 mm lang. De onderste schutbladen hebben aan de voet een smalle, vliezige rand.

De vrucht is een nootje, dat in het midden is ingesnoerd en waarvan de onderste 1-1,5 mm een steel vormt. Het nootje heeft een rechte snavel, die korter is dan het nootje.

De kleine egelskop komt voor in stilstaand- en stromend, meestal voedselrijk water.

Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Kleine_egelskop

De plant wordt 30-100 cm hoog en vormt dikke wortelstokken. De dof lichtgroene, tot 50 cm lange en 0,6-3 cm brede, rechtopstaande bladeren zijn driehoekig en van onderen scherp gekield.

De grote egelskop bloeit van juni tot september met bloemen, die aan de top donkerbruin tot zwart zijn. De vrouwelijke bloemen hebben lange, draadvormige stijlen en stempels en zitten in ewen tot vier hoofdjes. De hoofdjes met mannelijke bloemen zitten boven die met vrouwelijke bloemen.



Bloeiwijze met vrouwelijke bloemen
De vrucht is een nootje. Op de zaden zitten zes tot tien scherpe of afgeronde ribben.

De plant komt voor in en bij zoet, voedselrijk water.

Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Grote_egelskop

bloei: geel, mei-september, welriekend
vrucht: peul, 5-10cm
blad: meestal niet aanwezig (!), soms smalle korte bladjes
hoogte: 2-3m

herkomst soort: middelandse zeegebied, canarische eilanden
opm: vorstgevoelig, maar zeker in de kustprovincies goed te houden

Standplaats: Zonnig/ Halfschaduw
Grondsoort: Voedzame en Vochtige grond
Bladkleur: Groen
Planthoogte: 20 cm
Wintergroen/Bladhoudend: Nee
Afstand tussen de rijen: 20 cm
Zaaien kas: September tot Maart
Zaaien Vollegrond: Januari tot Maart en September
Oogsten: Oktober tot April.

Toepassing: Moestuin

Bijzonderheden: Kan enige vorst doorstaan